Plotinos is een groot bewonderaar van Plato. Hij bouwt diens ideeën uit tot een eigen stelsel. Plotinos was zelfs van plan om in Italië een stad te stichten die geheel zou voldoen aan de idealen van Plato's staat.
Kern van de leer van Plotinos is dat alle afzonderlijke verschijnselen (mensen, dieren, dingen) voortkomen uit een oergrond ( het Ene, het Opperst Goede, het Eerste, 'God') en er naar terugkeren. De mensen zijn hun oorsprong echter vergeten, zij hechten zich aan het aardse bestaan en overschatten de waarde van de hen omringende dingen. Het Ene ('God') is volmaakt. Hij kent geen enkele behoefte (anders zou hij niet volmaakt zijn). De bestaande wereld is een emanatie, uitvloeiing, van het Ene. Het verst verwijderd van het Ene is de materie. De individuele geest (ziel) in de mens staat al heel wat dichter bij het Ene.
Omdat alles een uitvloeiing is van het Ene, is het goddelijke in alle leven vertegenwoordigd. Er is dus een onzichtbare wezensverwantschap tussen alle verschijnselen in het leven. Beschouwing van het nietigste ding kan daarom tot hogere sferen leiden. Deze opvatting komt heel dicht in de buurt van de Indische filosofie, die ook in het symbolisme een grote rol speelt. (Zie de begrippen Brahman en Atman in de poëzie van Andreas Dèrmouw). Het uiteindelijk doel van ieder individu moet zijn: door onthechting tot het goddelijke te geraken. Plotinos schaamde zich zelfs een lichaam te hebben!
Pageviews vandaag: 632.