Historie
De Delftse ingenieur en glazenier Johannes Lourens 'Jan' Schouten (1852-Delft 4 augustus 1937) heeft sinds 1891 een atelier voor gebrandschilderd glas aan de Schoolstraat 7. Hij is dan oprichter van het 'Atelier van Gebrand Glas 't Prinsenhof' genoemd naar het huis in Het Prinsenhof waarnaast het lag, n.l. het huis waar Willem van Oranje in Delft werd vermoord. Jan Schouten heeft het glasbranden, nadat zijn interesse hiervoor door zijn vriend en leermeester Adolf le Comte hiervoor was gewekt, onder andere geleerd in het atelier van Champigneuil in Parijs.
Jan Schouten richtte de werkplaats op met als doel de fabricage van kleine ruiten met voorstellingen naar schilderijen, heraldische wapens en vensterdecoraties in verschillende stijlen. Tussen 1894 en 1914 vervaardigde 't Prinsenhof vooral niet-religieus, decoratief glas voor fabriekspanden, openbare gebouwen en particuliere woningen. Veel werk van Schouten is de zien in de Inktpot te Utrecht van architect George Willem van Heukelom.
Regelmatig werd er deelgenomen aan tentoonstellingen en op de jubileumtentoonstelling in 1891 van Architectura et Amicitiae te Amsterdam ontvingen de ramen naar ontwerp van Schouten een 'Diploma van Verdienste'.
Adolf le Comte was vanaf het begin werkzaam bij 't Prinsenhof, waarin hij vanaf 1901 werd bijgestaan door hoofdontwerper Herman Veldhuis.
Museum Lambert van Meerten
Samen met Adolf le Comte heeft Schouten een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van dit museum. Enkele Jugendstilelementen zijn in het (neo)renaissance ontwerp geslopen, met name in sommige glas-in-loodramen ontworpen door Le Comte en uitgevoerd door het glas atelier 't Prinsenhof van Jan Schouten (Schoolstraat 7) die doen denken aan het werk van de Amerikaan Tiffany. In de studeerkamer staat een terracotta borstbeeld van Jan Schouten door Arend Odé.
In de negentiende eeuw zoeken Europese architecten inspiratie uit het verleden. Bijna alle Europese stijlen passeren opnieuw de revue. In Nederland is vanaf 1870 de Hollandse renaissance geliefd (Gouden Eeuw). Tijdens de bouw van Huis Oud Holland (Museum Lambert van Meerten) worden oude bouwfragmenten verwerkt. Het geheel (de Hollandse (neo)renaissance en de antieke bouwfragmenten) dient om bezoekers en/of studenten van de Polytechnische School een indruk te geven van de renaissance. Het idee en de financiering komt van Lambert van Meerten. Zijn vrienden, Adolf Le Comte (1850-1921) en Jan Schouten zorgen voor de uitvoering.
Jan Schouten zorgt voor de plattegronden, constructie en de algemene uitvoering. Le Comte ontwerpt de gevel en de binnenbouw. Leonard Couvée (1864-1912) tekent voor de, plafonds, eetkamer, studeerkamer, slaapvertrekken, dienstvertrekken, daken, de binnenplaats en de tuinmuur. Een vierde architect, G. van de Berg (?), ontwerpt de lambrisering in de hal en tuinkamer, de terrazzovloer en delen van de schouwen. - (Jan Schouten, Adolf Le Comte als Lambert van Meerten zijn lid van het kamermuziekgezelschap Musis. In de winter komt dit gezelschap regelmatig bijeen. Het ontwerp van Oud Holland is zeker besproken in dit gezelschap. Bij de bouw wordt rekening gehouden met ruimte voor muziekuitvoeringen. Pas een jaar na de oplevering van huis Oud Holland worden de ramen afgeleverd en geplaatst (1894). - (restauratie van de meer dan zestig gebrandschilderde glas-in-loodramen van de Sint Janskerk in Gouda waar hij van 1901 tot 1936 aan werkt (Hollandse tegels. In 1920 is zijn verzameling toegevoegd aan de collectie van het Museum Lambert van Meerten. - (Jan Schouten in 1937 werd het glasatelier tot de sluiting in 1951 voortgezet door zijn weduwe.
Het atelier, sinds 1954 het 'Jan Schoutenhuis' genoemd, maakt nu deel uit van Stedelijk Museum Het Prinsenhof.
Pageviews vandaag: 1925.