Jean Paul Getty
Oliemagnaat Paul getty opende in 1953 in zijn woonhuis in Malibu het J. Paul getty
Museum. Dit museum bevatte naast
Griekse en
Romeinse antieke kunst, ook 18e eeuws
Frans meubilair en schilderijen uit
Europa. Na zijn dood in 1982 werd een trust opgezet om de
nalatenschap te beheren. Zo had
Getty onder meer laten vastleggen dat er een centrum gebouwd moest worden dat behalve een museale functie, ook ruimte moest bieden voor onderzoek en educatie.
In
1984 startte het project met het verwerven van de grond en het aantrekken van
Richard Meier als
architect. Het zou uiteindelijk 14 jaar duren voordat het
Getty Center voor het publiek geopend werd. De
Romeinse nepvilla die de
Amerikaanse oliebaron J. Paul
Getty (1892-1976) in de heuvels van Malibu voor zijn kunstverzameling liet bouwen was te klein geworden. Het nieuwe
Getty Center dat onlangs werd geopend biedt onderdak aan talloze culturele instellingen: instituten voor kunsthistorisch onderzoek, voor kunstonderwijs, voor restauratie van kunstwerken.
Getty's Villa
Vijftig miljoen gulden en ruim vijf jaar renoveren waren nodig voordat de Italiaanse villa van multimiljardair Paul Getty onderdak kon bieden aan zijn 17de- en 18de-eeuwse meubelen en schilderijen. Vrijwel alles van zijn oorspronkelijke inrichting en kunstwerken is bij de transformatie tot het hotel intact gelaten. In dit aristocratische decor had zelfs de veeleisende en vormgevoelige koning Ludwig II van Beieren zich moeiteloos een tijdje kunnen verpozen.
Pageviews vandaag: 1851.