Herders, vee, wasvrouwen, bedelaars, ambachtslieden en straatventers, allen gesitueerd in alledaagse taferelen, spelen een belangrijke rol in de italianiserende landschappen van de Haarlemse Pieter van Laer. Zij zijn doorgaans afgebeeld in donkere tinten en met sterke lichtdonkercontrasten. Omdat Van Laer een bochel had, werd hij in Italië Bamboccio genoemd (wat zoiets betekent als lappenpop) en zijn schilderijen bambocciaden.
Zijn werk werd veel nagevolgd, ook door Italiaanse en Franse kunstenaars. Deze artiesten worden bamboccianten genoemd. Hun Romeinse collega's die verenigd waren in het St. Lucasgilde keken op hen neer omdat zij zoiets onwaardigs als het Italiaanse volksleven als onderwerp voor hun werk kozen, terwijl de gildeleden verheven mythologische, historische of religieuze verhalen uitbeeldden. Toch waren de bambocciaden bijzonder populair in Rome, en kon het gilde niet voorkomen dat zij buiten dit instituut om grif van de hand gingen.
Van Laer was ook een van de eersten, vroeg in de 17e eeuw, die met het schilderen van veestukken begon te experimenteren, een genre dat later werd geperfectioneerd door Adriaen van de Velde, Dujardin en Paulus Potter.
Websites: www.cultuurwijzer.nl
Pageviews vandaag: 50.